Tijdens de VN-Mensenrechtenvergadering van 9 juli 2020 hebben de Indianen, gesteund door andere organisaties, het veto van president Bolsonaro aangeklaagd tegen extra hulp die nodig is i.v.m. de corona-pandemie.
Het Braziliaanse parlement had een noodplan ingediend van toegang tot water, maatregelen tegen besmetting en sterfte, actie tegen indringers als illegale houtkappers, een gezamenlijke aanpak met de gemeenschappen tegen covid-19.
Bolsonaro kwam echter met een veto, onder het mom dat er geen budget zou zijn.
CIMI, het indianenpastoraat, oordeelde echter dat Bolsonaro’s verzet tegen het noodplan “de vooroordelen, de haat en het geweld van de huidige regering ten opzichte van inheemse volkeren, quilombola’s en traditionele bevolkingsgroepen bevestigt”.
Het Hooggerechtshof heeft intussen uitgesproken dat de Staat voor de vereiste maatregelen moet zorgen.
Bij de interactieve dialoog met de VN kwamen ook verwante zaken ter sprake, zoals de stop op de afbakening van inheemse gebieden en de ontmanteling van milieuvoorschriften.
Inheemse volkeren zijn niet alleen het slachtoffer van invasies door boskappers en van klimaatverandering, ze zijn ook beheerders van het woud, zo werd gezegd.